Vier jaar na de invoering van het verbod om aankopen met meer dan 3.000 euro cash geld te doen, worden vijf keer minder handelaars betrapt op inbreuken. Sinds 1 januari 2014 ligt de drempel om aankopen met contant geld te doen op 3.000 euro. Het verbod werd ingevoerd om het witwassen van zwart of crimineel geld tegen te gaan.

In 2014 werden nog 435 handelaars betrapt die de drempel voor cash geld aan hun laars lapten en in 2016 nog 317. Maar vorig jaar waren dat er nog maar 61.Vier jaar later merkt de economische inspectie dat veel minder handelaars in de fout gaan en illegale cashbetalingen aanvaarden. In 2014 werden 435 handelaars betrapt op inbreuken, in 2016 317. Vorig jaar waren dat er nog maar 61, of vijf keer minder. Dat blijkt uit cijfers die ik kreeg van minister van Economie Kris Peeters (CD&V).

De economische inspectie liet weten dat er merkelijk minder inbreuken zijn vastgesteld in risicosectoren zoals de tabakssector, de goudhandel en de sector van de tweedehandswagens. In de eerste jaren werden daar bewust veel controles uitgevoerd (1.711 controles in het eerste jaar, 2014). De inspecteurs stellen vast dat veel handelaars het verbod respecteren. Daardoor moest de inspectie vorig jaar nog maar 176 controles uitvoeren, tien keer minder dan in het beginjaar, op plaatsen waar de pakkans toch nog groot is.

Lees hier in het artikel van Lars Bové in De Tijd.