Het aantal hoeveproducenten is sinds 2018 tot en met 2022 toegenomen met 33,5%. Dat blijkt uit een parlementaire vraag van Oost-Vlaams cd&v Kamerlid Leen Dierick aan bevoegd Federaal Minister voor Landbouw David Clarinval (MR) naar aanleiding van de Week van de Korte Keten (13 tot en met 21 mei 2023).

“De cijfers tonen aan dat de landbouwsector investeert in de uitrol van de korte keten, en dat is goed nieuws! De korte keten zorgt voor faire verkoopprijzen voor de boer en voor kwaliteit op het bord van de consument. Tegelijk beperkt het onze ecologische voetafdruk door de reiskilometers van het voedsel sterk te beperken, wat goed is voor milieu en klimaat!”, geeft Leen Dierick aan.

In 2018 telde ons land nog 1.691 hoeveproducten, vandaag ligt dat aantal een pak hoger met 2.258 hoeveproducenten. We stellen dus een stijging vast van 33,5%. Het gaat hier voornamelijk over hoevezuivelproducenten, hoeveproducenten van pluimvee en konijnen, hoeveslagers alsook van detailhandelaars en producenten van plantaardige producten op het landbouwbedrijf. Het rechtstreeks aan de consument brengen van lokale producten verloopt vandaag niet enkel en alleen via een fysieke hoevewinkel maar gebeurt ook steeds vaker online aan de hand van een eigen webshop of via een platform uitgebaat door een derde om meer consumenten te bereiken en hun afzetmarkt te vergroten. Gekende vormen zijn bijvoorbeeld fruit- en/of groenteabonnementen die geleverd worden op een afhaalpunt, voedselteams waarbij consumenten rechtstreeks aankopen bij de producent en samenwerken voor de logistiek, pakketten met hoeveproducten afkomstig van verschillende producenten en geleverd aan huis.

Desalniettemin worden landbouwers geconfronteerd met oneerlijke handelspraktijken binnen de sector. De invoering van de wetgeving inzake oneerlijke handelspraktijken binnen de landbouwsector is een noodzakelijk initiatief om bepaalde wanpraktijken te bestrijden. Voorbeelden van wanpraktijken zijn het dreigen van het schrappen van producten uit het assortiment, het afwentelen van kosten van verlies of bederf van landbouw- en voedingsproducten bij afnemers op de leverancier, het niet naleven van de wettelijke betalings- en annuleringstermijnen e.d.  

“Maar we stellen vast dat onze landbouwers terughoudend zijn om een klacht in te dienen bij de handhavingsautoriteiten, omdat zij één of andere vorm van vergelding van de afnemer (bv. grote supermarktketens) vrezen en hun duurzame en toekomstige relatie niet in gevaar willen brengen. Dat bevestigen helaas ook de cijfers. Er werd in 2022 slechts één klacht ontvangen bij de Economische Inspectie.”, besluit Leen Dierick. “Ik pleit er voor dat de klachten vertrouwelijk kunnen behandeld worden, dat de identiteit wordt geschrapt door de Economische Inspectie en dat de Economische Inspectie ook op eigen initiatief onderzoeken doet. Bij deze een oproep aan onze landbouwers om effectief ook klacht in te dienen bij de Economische Inspectie via https://economie.fgov.be/nl/themas/verkoop/reclame/reclame-en-oneerlijke wanneer zij geconfronteerd worden met wanpraktijken. “

Contact:

Leen Dierick – 0478 42 80 00