In DS (4 april) pleit Arthur Orlians (Open Vld), schepen van Financiën in Mechelen, ervoor de samenleving niet langer “mordicus te organiseren op het tempo van de traagsten”, want dat leidt tot stilstand, achterstand en achteruitgang. “Opnieuw meer bankautomaten plaatsen zodat digitale analfabeten makkelijker aan geld geraken, is de verkeerde aanpak”. Simplistische oneliners die volledig haaks staan op ons mens- en maatschappijbeeld, waarbij we het nooit normaal mogen vinden dat mensen het gevoel hebben geminacht te worden en waarbij iedereen respect verdient, ongeacht zijn of haar leeftijd, woonplaats of scholingsniveau.
Uit een bevraging van de Europese Centrale Bank blijkt dat ruim een kwart van de Belgen (27%) vandaag moeilijk aan cash geld geraakt in ons land. Voor heel wat mensen is dat een fundamenteel probleem. Dat zomaar weg relativeren, enkel gebaseerd op de eigen leefwereld en ervaringen, is ronduit misplaatst. Net zoals het misplaatst is om legitieme bezorgdheden van burgers telkens te beschouwen als een maatschappelijke kost.
Het is bovendien tenenkrullend paternalistisch om iemand die graag een fysieke geldautomaat in de buurt heeft weg te zetten als “digitale analfabeet”. Wie voorbij de oneliners kijkt, ziet in dat de onvrede over verdwijnende bankautomaten een uiting is van een dieper geworteld onbehagen over het verdwijnen van basisdienstverlening en het gevoel vergeten te worden door het beleid. Zowel in landelijke gebieden in Vlaanderen, als in de wijken of deelgemeenten van onze grootste steden. Het is de taak van de politiek om dat signaal ernstig te nemen, om mensen hun bezorgdheden ter harte te nemen en mensen te respecteren.
Het akkoord dat onderhandeld werd door onder andere minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) is een eerste stap. Het omvat dat er in elke gemeente minstens één bankautomaat aanwezig moet zijn. Dat betekent dat de sector ook reeds verdwenen cashautomaten zal moeten terughalen. Afhankelijk van de bevolkingsdichtheid moet een automaat te vinden zijn binnen twee, drie of maximaal vijf kilometer, voor de meer landelijke gebieden. Voor ons is het evident dat de banken hun verantwoordelijkheid moeten nemen om al hun klanten op een laagdrempelige manier te bedienen, ook al is dit niet winstgevend.
Daar mag het echter niet stoppen. Velen ervaren vandaag immers een groot verschil in culturele waarden, in economische positie en kansen. Omdat er disproportioneel minder geïnvesteerd wordt in hun buurt dan elders, omdat ze voorzieningen zien verdwijnen, zoals de laatste school, café of bushalte, omdat basisdienstverlening vervangen wordt door een digitale dienstverlening die niet voor iedereen even toegankelijk is. Het leidt tot een tweedeling in onze samenleving tussen zij die ‘mee kunnen’ in een snel veranderende wereld én daartoe ook alle kansen krijgen, en zij die dat niet kunnen en daar de kans niet meer toe krijgen. Dat tegengaan, is de belangrijkste uitdaging van politici in de volgende jaren.
We willen absoluut de digitale sneltrein niet stoppen. Wat we wel willen, zijn voldoende haltes, zodat iedereen kan kiezen waar en wanneer hij opstapt. Zo pleiten we met cd&v ook voor meer financiële educatie, voor laagdrempelige opleidingen en een basisbankdienst voor iedereen, zowel consumenten als bedrijven. Het is op ons initiatief dat deze ook ingevoerd zijn. Dat zijn geen “populistische voorstellen”. Dat is concrete actie.
Schepen van Financiën van Mechelen, verruim uw blik. In uw deelgemeente Battel is er al tien jaar geen bankautomaat meer. Doe in Battel een kleine rondvraag wie er op tegen zou zijn terug een bankautomaat te hebben. Of ga in Leest en Hombeek langs waar er wel nog een is en vraag wie die automaat straks toch liever weg wil. Of als rasechte liberaal, schrap de belasting op geldautomaten in jouw stad. Mechelen is helaas nog 1 van de 30 gemeenten die dergelijke belasting heeft, naast onder andere Gent, Oostende en Kortrijk.
Auteurs:
Leen Dierick - federaal volksvertegenwoordiger
Stefaan Deleus - cd&v fractieleider in Mechelen